Mini-taxshift: strengere voorwaarde voor vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing voor werken in onroerende staat op werven

Shutterstock 1247187910

Werkgevers die werken in onroerende staat verrichten (bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen,…) op werven kunnen onder bepaalde voorwaarden genieten van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.

De vrijstelling bedraagt 18% van het totaal van de belastbare bezoldigingen van alle betrokken werknemers samen.

Deze maatregel kan van toepassing zijn op werkgevers uit de bouwsector, maar ook werkgevers uit de aanverwante sectoren (bijvoorbeeld metaal, hout en stoffering, schoonmaak, tuinaanleg,…) waarvan de werknemers ploegenarbeid uitvoeren op werven.

Welke voorwaarden moeten worden vervuld?

1.Werven

Het werk moet op locatie worden uitgevoerd.

2. In ploegen

Het werk moet worden verricht in één of meer ploegen van minstens 2 personen. De ploegen moeten hetzelfde of complementair werk uitvoeren, zowel qua inhoud als qua omvang.

3. 1/3de norm

De vrijstelling kan alleen worden toegepast indien de werknemers in de betrokken maand minstens 1/3de van hun arbeidstijd in ploegen hebben gewerkt.

4. Minimumloon

Deze vrijstelling zal maar kunnen worden toegepast op de bedrijfsvoorheffing ingehouden op het loon van de werknemer voor zover het gaat over een bruto-uurloon van minstens 14,61 EUR (inkomstenjaar 2022). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

De werkgever moet geen ploegenpremie betalen. Anderzijds komt een werknemer die wel een ploegenpremie ontvangt, maar geen uurloon van 14,61 EUR heeft, niet in aanmerking voor de vrijstelling.

5. BIJKOMENDE VOORWAARDE VANAF 1 APRIL 2022: RSZ-werfmelding

Voortaan kunt u als werkgever enkel van het voordeel genieten als de werfmelding voor werken in onroerende staat correct gebeurde. De werfmelding is in bepaalde gevallen verplicht o.b.v. art. 30 bis of 30 ter van de wet van 27 juni 1969.

Voor de werken in onroerende staat moet u aangifte doen van:

  • Elke overeenkomst “opdrachtgever – aannemer die aangifte doet” vanaf 5.000 EUR (zonder btw) met minstens 1 onderaannemer; of
  • Elke overeenkomst “opdrachtgever – aannemer die aangifte doet” vanaf 30.000 EUR (zonder btw) met of zonder onderaannemer.

Ook werken die gevaarlijk zijn voor de aanwezigheid van asbest moet je vermelden in de aangifte 30bis.

De aangifte moet gebeuren door de aannemer op wie de opdrachtgever een beroep heeft gedaan. De aangifte wordt gedaan vóór het begin van de werken. Wanneer er asbest aanwezig is, moet de aangifte ten laatste 14 dagen vóór het begin van de werken gebeuren. U moet een nieuwe aangifte doen, zodra er belangrijke veranderingen plaatsvinden betreffende de werkwijze.

Is de werfmelding niet verplicht, dan verandert er niets en kom je nog steeds in aanmerking voor de vrijstelling als de andere voorwaarden vervuld zijn.

De volgende link verwijst naar de toepassing ‘Aangifte van werken’ alsook naar de FAQ hieromtrent: 'Aangifte van werken' - FAQ's

Sociaal kantoor VDA kan NIET controleren of u als werkgever voldoet aan de nieuwe voorwaarde RSZ-werfmelding. U bent zelf verantwoordelijk om deze werfmelding te doen. Indien u dus niet zou voldoen aan deze voorwaarden voor één of meerdere werven, dient u zo spoedig mogelijk contact met ons op te nemen zodat deze vrijstelling in voorkomend geval niet langer wordt toegekend.

Op de hoogte blijven?