Ontslag om medische redenen: wat verandert er?

Istockphoto 1058941454 612x612

Vanaf 1 oktober 2022 is er een nieuw koninklijk besluit van kracht dat de re-integratie van langdurig zieke werknemers regelt. Het nieuwe KB komt er na een grondige evaluatie van het re-integratietraject dat sinds 2016 van kracht is. De nieuwe procedure moet ervoor zorgen dat er sneller en efficiënter actie wordt genomen om mensen opnieuw aan het werk te krijgen, in functies die aangepast zijn aan hun mogelijkheden.

In het nieuwe koninklijke besluit zijn er gewijzigde (kortere) termijnen ingevoerd. Daarnaast worden de mogelijke beslissingen van de preventieadviseur-arbeidsarts beperkt tot 3 in plaats van 5 uitspraken. Bij de uiteindelijke beslissing wordt de nadruk gelegd op het belang van werkpostaanpassingen en op aangepast of ander werk dat rekening houdt met de mogelijkheden en de gezondheidstoestand van de werknemer.

Er zijn geen overgangsmaatregelen voorzien voor de lopende re-integratietrajecten. Hierdoor zijn de nieuwe regels onmiddellijk van toepassing op de lopende re-integratietrajecten.

Eén van de belangrijkste wijzigingen is de loskoppeling van de definitieve medische overmacht van het re-integratietraject. Een re-integratietraject zal enkel nog betrekking hebben op de inspanningen om langdurig zieken opnieuw aan het werk te helpen.

Kortere termijnen

De werkgever zal na 3 maanden arbeidsongeschiktheid, het re-integratietraject kunnen opstarten. De werknemer kan het onmiddellijk aanvragen.

Hoe sneller een re-integratietraject kan worden opgestart, hoe groter de kans dat de re-integratie ook een succes zal worden.

Volgens het oude KB werd de werkgever verondersteld om de arbeidsarts op de hoogte te brengen van iedere werknemer die 4 weken arbeidsongeschikt is. De nieuwe regelgeving neemt die maatregel over maar koppelt ook een opdracht aan. De preventieadviseur-arbeidarts moet de werknemer voortaan zo snel mogelijk informeren over de mogelijkheden van een werkhervatting. Denk hierbij aan de mogelijkheid dat hij vrijblijvend, zelfs zonder dat zijn werkgever dat weet, een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting kan aanvragen. Zo kunnen arbeidsartsen meteen ook de info over het re-integratietraject bezorgen. Een traject kan dan tijdig worden opgestart.

De opstart van het re-integratietraject

Voortaan zullen slechts 3 partijen de procedure bij de arbeidsarts kunnen introduceren:

  • de werknemer tijdens de arbeidsongeschiktheid;
  • de werkgever, na een ononderbroken periode van 3 maanden arbeidsongeschiktheid van de werknemer of zodra de behandelende arts een attest van definitieve ongeschiktheid om het overeengekomen werk uit te voeren schrijft;
  • de behandelende arts, mits toestemming van de werknemer.

De adviserende arts van de mutualiteit kan dus niet meer vragen om het traject op te starten, maar blijft wel betrokken bij de procedure. Zij moeten op de hoogte gebracht worden door de arbeidsartsen over hun bevindingen.

De adviserende artsen van de mutualiteit zullen via de terug-naar-werkcoördinatoren arbeidsongeschikte personen mee kunnen aanzetten om het traject aan te vatten. De terug-naar-werkcoördinator is een nieuwe functie die recent door de nieuwe wet voor de mutualiteiten in het leven werd geroepen om mensen te ondersteunen in hun hertewerkstelling.

Indien een werknemer niet ingaat op de 3 uitnodigingen van de preventieadviseur-arbeidsarts, waarbij er telkens minstens 14 kalenderdagen tussen de uitnodigingen zit, wordt het re-integratietraject beëindigd. De adviserende arts en de werkgever worden hiervan verwittigd.

De beoordeling door de arbeidsarts

Tot nog toe kon de arbeidsarts 5 mogelijke beslissingen nemen, die worden herleid tot 3 beslissingen. Ze krijgen daar 49 kalenderdagen de tijd voor.

1. Beslissing A

Mogelijk om op termijn het overeengekomen werk te hervatten eventueel mits aanpassing van de werkpost en mogelijk om in afwachting daarvan een aangepast of ander werk uit te voeren.

2. Beslissing B

Definitief ongeschikt om het overeengekomen werk te verrichten, maar kan wel aangepast of ander werk uitvoeren.

3. Beslissing C

Het is te vroeg om een beslissing te nemen en het traject wordt voorlopig afgesloten. Tenzij de arbeidsarts daar anders over oordeelt, kan een nieuw traject opgestart worden ten vroegste 3 maanden na deze beslissing.

De arbeidsarts moet een beslissing nemen binnen de 49 kalenderdagen na de opstart van het re-integratietraject.

In geval van een A- of een B-beslissing moeten arbeidsartsen ook duidelijke adviezen geven voor aangepast of ander werk. Daarbij moeten ze rekening houden met de mogelijkheden die de werknemer nog heeft en moeten zich hierbij niet beperken tot de context van de huidige werkgever. Op voorwaarde dat de werknemer hen daartoe expliciet de toelating heeft, kunnen ze daarvoor overleggen met bijvoorbeeld de behandelende arts, de terug-naar-werkcoördinatoren, de adviserende arts, andere preventieadviseurs en alle partijen die ze daarbij nuttig achten. Als de werknemer die toelating niet geeft, kunnen arbeidsartsen geen gemotiveerde beslissing nemen en zit er niets anders op dan het traject af te sluiten.

Motivatie door de werkgever of re-integratieplan

Na de beslissing van de arbeidsarts ligt de bal in het kamp van de werkgever. Binnen de 63 kalenderdagen (i.p.v. 50 werkdagen) voor beslissing A en 6 maanden (i.p.v. 12 maanden) voor beslissing B moet de werkgever ruim overleg plegen met iedereen die kan bijdragen tot de re-integratie.

Na het overleg maakt de werkgever ofwel een re-integratieplan op, ofwel een motivatieverslag:

  • Re-integratieplan: indien aangepast of ander werk in de onderneming mogelijk is, maakt de werkgever een re-integratieplan op. Hij houdt hierbij zo goed als mogelijk rekening met de aanbevelingen van de arbeidsarts. Bijzondere aandacht moet gaan naar het recht op redelijke aanpassingen voor personen met een handicap;
  • Motivatieverslag: de werkgever die, na grondig overleg met de betrokken actoren, besluit dat hij geen re-integratieplan kan opmaken, dient een gemotiveerd verslag op te maken. Hierin licht hij onderbouwd toe waarom het technisch of objectief onmogelijk is om de werknemer te re-integreren, of waarom het om gegronde redenen rederlijkwijze niet kan worden geëist. Uit het verslag moet duidelijk blijken dat alle mogelijkheden tot aanpassingen aan de werkpost en/of tot aangepast of ander werk, ernstig werden overwogen.

Opvolging van het re-integratietraject

In het geval de werkgever wel aangepast werk kan organiseren en bijgevolg een re-intgratieplan voorstelt, kan de werknemer nog altijd weigeren. Hij heeft daar i.p.v. 5 dagen nu 14 kalenderdagen tijd voor. Bij een weigering van de werknemer eindigt het traject. Bij een aanvaarding wordt hij of zij vervolgens opgevolgd door de arbeidsarts.

Beroep werknemer tegen beslissing B

De werknemer kan beroep instellen tegen een beslissing B waarbij hij definitief ongeschikt wordt verklaard om het overeengekomen werk uit te voeren. Vanaf 1 oktober 2022 heeft de werknemer 21 kalenderdagen (in plaats van 7 werkdagen) de tijd om beroep in te stellen. Vanaf nu zal de werknemer ook de werkgever via een aangetekende brief moeten informeren van het feit dat hij beroep instelt tegen de beslissing B van de arbeidsarts.

Ontslag om medische redenen

Iemand ontslaan om medische redenen kan vandaag enkel via een re-integratietraject. In het nieuwe KB wordt daarvoor een nieuwe procedure in het leven geroepen die volledig losstraat van het re-integratietraject en pas kan aangevraagd worden na een arbeidsongeschiktheid van minstens 9 maanden.

Vooraleer deze procedure van kracht kan worden, moet eerst artikel 34 van de wet op de arbeidsovereenkomsten aangepast worden. In afwachting wordt een overgangsregeling van kracht. Als arbeidsartsen een beslissing B nemen en de werknemer wijst het plan van de werkgever af of de werkgever ziet geen mogelijkheid tot aangepast werk, is ontslag om medische redenen dus voorlopig nog mogelijk.

Op de hoogte blijven?