Taalwetgeving: hoe zit dat precies?
De taalwetgeving uitgelegd voor werkgevers
De Belgische taalwetgeving is complex, zeker voor werkgevers. Daarom geven we hier een beknopt overzicht van de belangrijkste regels.
De taalwetgeving bestaat uit twee delen: een wet en een decreet.
-
Het decreet is van toepassing in het Nederlandstalige en Franstalige taalgebied.
-
De wet geldt in het tweetalige gebied Brussel, het Duitstalige gebied en de faciliteitengemeenten.
Welke taal moet je gebruiken?
De algemene regel is eenvoudig: je moet de taal gebruiken van het gebied waar je exploitatiezetel gevestigd is. Dit geldt voor alle sociale documenten die je aan je werknemers verstrekt (arbeidsovereenkomsten, loonfiches, arbeidsreglementen, enz.).
-
Bevindt de exploitatiezetel zich in het Nederlandstalige gebied? Dan moet je het Nederlands gebruiken.
-
In het Franstalige gebied gebruik je het Frans.
-
In het Duitstalige gebied is dat het Duits.
-
In het tweetalige gebied Brussel en in de faciliteitengemeenten moet je de taal van de werknemer hanteren.
Wat is een exploitatiezetel?
Een exploitatiezetel is een vestiging van je onderneming waar daadwerkelijk activiteiten plaatsvinden en personeel tewerkgesteld is. Het gaat dus niet om de maatschappelijke zetel, tenzij daar ook personeel werkt.
Neem zeker contact met ons op bij meer vragen!