Veel studenten zetten na hun studies hun eerste stappen op de arbeidsmarkt bij dezelfde werkgever waar ze al een studentenjob hebben uitgevoerd. Dat lijkt op het eerste gezicht een logische en vlotte overgang. Toch is er een belangrijke juridische nuance waarmee zowel werkgevers als studenten rekening moeten houden: de verdoken proefperiode.
Wat is een verdoken proefperiode?
Een verdoken proefperiode ontstaat wanneer een voorafgaande studentenovereenkomst in feite gebruikt wordt als een testfase voor een latere vaste arbeidsovereenkomst als arbeider of bediende. Dit is niet toegestaan. Een studentenovereenkomst moet altijd een eigen, op zichzelf staand contract zijn en mag niet dienen als proefperiode voor een volgende tewerkstelling.
Het belang van een duidelijk onderscheid
Om te vermijden dat de studentenjob wordt beschouwd als een verdoken proefperiode, is het noodzakelijk dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen beide overeenkomsten. Dit onderscheid kan op verschillende manieren gemaakt worden:
- Andere functie of takenpakket: de functie als student verschilt duidelijk van de functie als vaste werknemer.
- Tijd tussen de contracten: er wordt een redelijke periode gelaten tussen het einde van de studentenovereenkomst en de start van de vaste arbeidsovereenkomst.
Wanneer er onvoldoende verschil is tussen beide situaties, bestaat het risico dat de RSZ de volledige tewerkstellingsperiode, dus inclusief de studentenperiode, als één geheel zal beschouwen. In dat geval zijn de gewone RSZ-bijdragen verschuldigd, ook voor de periode waarin de student tewerkgesteld was.
Conclusie
Werkgevers die hun studenten later in vaste dienst willen nemen, doen er goed aan dit zorgvuldig te organiseren. Zorg voor een duidelijke scheiding tussen de studentenjob en de vaste arbeidsovereenkomst, door functieverschillen of door voldoende tijd te laten tussen de contracten. Zo vermijd je dat de studentenjob onbedoeld wordt beschouwd als een verdoken proefperiode, met mogelijke financiële gevolgen voor de werkgever.